Opmetingsmethodiek luchtkanalen
Bron: Luka kwaliteitshandboek 2020-09
De Nederlandse Vereniging van Luchtkanalenfabrikanten (Luka) acht het van essentieel belang om uniforme uitgangspunten te definiëren bij het bepalen van de oppervlakte van rechthoekige luchtkanalen, ronde luchtkanalen en appendages. Daartoe zijn voor de meest voorkomende onderdelen formules opgesteld, waarmee de kwantiteit wordt berekend.
Voor rechthoekige luchtkanalen en ronde luchtkanalen groter dan 315 mm, zogenaamd
‘groot rond’ en voor appendages is de eenheid van deze kwantiteit m2 kanaaloppervlak. Voor ronde luchtkanalen met een diameter tot en met 315 mm, zogenaamd ‘klein rond’, is dit strekkende meter kanaallengte.
De uit berekeningen verkregen kwantiteit kan worden gehanteerd voor verrekening. De grondslagen voor de formules zijn gebaseerd op de door Luka-leden gehanteerde calculatiemethodieken, en dus op de praktijk.
Voor rechthoekige luchtkanalen en ‘groot rond’ geldt:
- Voor de berekening van het kanaaloppervlak van elk willekeurig kanaalstuk is de grootste omtrek van de kanaal doorlaat en de lengte van het kanaal stuk, beiden uitgedrukt in meters (m1), bepalend. De lengte van de verschillende kanaalstukken wordt gedefinieerd als aangegeven op de bijgaande tekeningen;
- Sparingen in het kanaalvlak, voor welk doel dan ook, worden niet in mindering gebracht;
- Schotten, deksels, e.d., in of aan het kanaalstuk bevestigd, worden ter grootte van hun functionele oppervlak, aan de kwantiteit toegevoegd;
- Voor de berekening van de kwantiteit van de inwendige isolatie van rechthoekige luchtkanalen, uitgedrukt in m2, geldt het kanaaloppervlak.
Voor ‘klein rond’ geldt:
- De lengte van het kanaal wordt bepaald door meting over de hartlijn met doormeting over kleppen en hulpstukken. Bij 90° bochten en aftakkingen wordt de lengte gedefinieerd als aangegeven op de bijgaande tekening.
Voor de bepaling van het kanaaloppervlak t.b.v. beproeving op luchtdichtheid worden dezelfde grondslagen gehanteerd, met dien verstande dat bij ‘klein rond’ de berekende lengte wordt vermenigvuldigd met de omtrek. Voor de berekening van de kwantiteit van de uitwendige isolatie, uitgedrukt in m2, worden dezelfde grondslagen gehanteerd, met dien verstande dat voor de bepaling van de omtrek rekening dient te worden gehouden met de isolatiedikte.